Nooit met pensioen – artikel Het Parool

Nieuws

In het artikel Nooit met Pensioen in het Parool van 18 november 2019 van Marloes de Moor wordt aandacht besteed aan het Rosa Spier Huis, de bewoners, verhuizing en visie op zorg.
Kunst atelier in het Rosa Spier Huis in Laren

Nooit met pensioen – Parool 18 november 2019

Marten Toonder, John Kraaijkamp en Paul Biegel woonden er: het Rosa Spier Huis in Laren huisvest al vijftig jaar tal van artiesten en  kunstenaars die nooit met pensioen gingen. Deze maand verhuizen de zeventig bewoners, tien vleugels en drie harpen. ‘We blijven onder gelijkgestemden’

Een leven lang kunst

“Wilt u naar uw kamer of naar uw atelier?” vraagt een zorgmedewerkster, terwijl ze een vrouw in haar rolstoel voortduwt. Het is een heel gewone vraag in het Rosa Spier Huis in Laren waar enkele openstaande deuren zicht bieden op ateliers met houten schildersezels, met verf  besmeurde paletten en bijna voltooide doeken of sculpturen. In een zo’n romantisch stilleven staat ineens een praktisch, koud apparaat, bedoeld om de mindervalide kunstenaar op te tillen en in zijn stoel te zetten. Het heeft wat voeten in de aarde, maar de 89-jarige gebruiker van het atelier werkt er nog steeds, al is dat tegenwoordig nog maar met één hand. ‘Kunstenaars gaan nooit met pensioen’ was het credo van  harpiste Rosa Spier (1891-1967), die zelf tot op hoge leeftijd concerten gaf. Zij bezocht graag De Pauwhof in Wassenaar, waar kunstenaars en wetenschappers tijdelijk konden logeren. Toen zij ouder werd, wilde Spier op een vergelijkbare plek verblijven, maar dan permanent. Met haar vriendin Henriëtte Polak-Schwarz richtte zij de Rosa Spier Stichting op. Dat initiatief leidde in 1969, twee jaar na haar dood, tot het Rosa Spier Huis. Gebouwd op het paardenweitje van de gefortuneerde familie Polak. Het huis begon vijftig jaar geleden als een woon-werkgemeenschap
voor kunstenaars en wetenschappers. “Je mocht er niet in als je zorg nodig had,” zegt Karin Annaert, bestuurder van het Rosa Spier Huis.

Eind jaren zeventig veranderde dat. De bewoners werden ouder, waardoor het huis ook zorg ging bieden en verpleegkundigen en verzorgenden in dienst nam. Toch behield het zijn functie als culture woon-werkomgeving.  “In de appartementen wonen ook mensen die geen zorg nodig hebben of die nog werken. Een minimumleeftijd hanteren we niet. Onze jongste bewoner is 38 jaar. Daarnaast is er het verpleeghuis voor bewoners die bijvoorbeeld dementerend of minder mobiel zijn. Zo ontstaat een mooie mix van jongere en oudere bewoners.”

Illustere voorgangers

Alleen als je aantoonbaar een professionele loopbaan in de kunst of (aan kunst verwante) wetenschap hebt gehad, kun je in het Rosa Spier Huis wonen. Zo huizen er onder meer musici, schilders, beeldhouwers, fotografen, acteurs, filosofen, vertalers en schrijvers.

Overal in het gebouw getuigen kunstwerken en boeken van de illustere bewoners die het huis heeft gehad:

  • Marten Toonder
  • Maurits Cornelis Escher
  • Kees Brusse
  • John Kraaijkamp
  • Paul Biegel
  • An Rutgers van der Loeff
  • Heere Heeresma

Naast elke deur hangen kunstwerken die de bewoner zelf heft gemaakt of heeft meegenomen uit een vorige woning. In alle kamers staan kasten vol boeken, vertrouwde familiestukken, dierbare eigendommen, hier en daar een halfvolle fles rode wijn. Rode, uitgelopen kringen op de onderzetter. Uit een van de kamers komt uitbundig sigarettenrook naar buiten kringelen. Soms hangt er een bordje: ‘Mevrouw heeft een kat op de kamer. Voorzichtig de deur openen.’ Annaert: “Huisdieren zijn toegestaan, als de bewoner daar zelf voor kan zorgen. Roken mag ook bij ons, maar de sigaret moet wel uit als de zorgmedewerker binnenkomt.”

De autonomie van de bewoners is al die jaren hetzelfde gebleven. “Iedereen is vrij in wat hij of zij wil doen. Niets is verplicht. Bewoners kunnen meedoen aan onze activiteiten met jongere bewoners en studenten of ze kunnen gebruik maken van de culturele voorzieningen, zoals de eigen
concert -en theaterzaal, waar regelmatig optredens en lezingen zijn. En als zij de hele dag op hun kamer willen zitten, is dat ook prima.”

Schoenen buiten

“Is Marian al wakker?” informeert Annaert rond twaalf uur ’s middags bij een zorgmedewerkster. Beeldend kunstenaar Marian Smits-Kovacs (73) werkt alleen ’s nachts. Pas als de duisternis intreedt, gaan haar verftubes open en leeft ze zich uit in poëtische portretten. De zorgverleners
weten dat ze bij haar niet om acht uur ’s morgens hoeven aankloppen met een ontbijt; mevrouw Smits-Kovacs is dan nog in diepe slaap.
Annaert: “Als de schoenen buiten staan, wil de bewoner geholpen worden, dat is de afspraak.

Soms moet een medewerkster drie keer heen en weer om te kijken of hij of zij al zo ver is. Die flexibiliteit hoort bij dit huis. ‘De bewoners wonen niet op ons werk, wij werken in hun huis,’ zei een medewerkster er ooit over.” Op tweehoog zijn vanuit de kamer van Jan (90) en Caroline (89) Ingen Housz soms de klanken van een contrabas en een viool te horen.

Dan musiceert het echtpaar Ingen Housz dat drie jaar geleden vanuit Enschede naar het Rosa Spier Huis is verhuisd. “Ik ben beroepsvioliste en gaf vioolles. Toen ik minder mobiel werd, wilde ik het liefst hierheen,” vertelt Caroline Ingen Housz. Haar echtgenoot, die ingenieur is, gaf tot zijn pensioen les aan de Universiteit Twente en ging graag mee: “Ik ben weliswaar geen beroepsmusicus, maar speel in mijn vrije tijd contrabas.” Het echtpaar voelde zich er meteen thuis. “Iedereen gaat zo los met elkaar om. Ze zeggen ‘je’ tegen je en noemen je meteen bij de voornaam. We zijn onder gelijkgestemden. Ik heb hier bijvoorbeeld een pianist leren kennen met wie ik geregeld samenspeel,” zegt Caroline.

Jan gaat elke woensdag met zijn contrabas achterin de auto naar de repetitie van een orkest in Laren. Daarnaast werd hij lid van de cliëntenraad. “Zo kunnen wij als bewoners meepraten over wat er gebeurt. Wij zijn een heel nieuwe fase van ons leven ingegaan,” zegt Jan, terwijl hij zijn vrouw voortduwt. Zij heeft elegant, met de knieën zijwaarts, plaatsgenomen op het zitje van haar rollator, zodat ze zich samen sneller kunnen verplaatsen. “Bij de ‘drank – neus’ gaan we links!” roept Jan. De ‘drankneus’ is het schilderij van Frits Schiller, van café Schiller, dat op een kruispunt in de gang hangt. “Het is een belangrijk oriëntatiepunt voor de bewoners.” In de lift komen de twee een bekende tegen. “Zij maakt de abstracte kunst die ik daarnet liet zien,” verklaart Jan. “Dat is niet mijn werk, maar een hobby. Ik schrijf essays over Shakespeare,” corrigeert de vrouw streng.

Lift in het podium

In de gangen heerst een serene rust. Volgens Jan Ingen Housz omdat veel bewoners huismussen zijn. Ook zijn ze druk met opruimen voor de verhuizing op 25 november. Zeventig bewoners en de complete inboedel, waaronder tien vleugels en drie harpen, worden dan naar de nieuwe locatie aan de Hector Treublaan in Laren verplaatst.

Fré Kroese (88), die beschikt over een huiskamer, een atelier en een tuintje, maakt zich er niet zo druk over. “Ik heb niet veel op te ruimen.” Hij werkte als ANP-journalist, handelde in kunst, woonde in Venetië en streek dertien jaar geleden neer in het Rosa Spier Huis. Hij maakte er goede vrienden en vond er zelfs een nieuwe liefde. Het wordt een flinke operatie, maar Annaert ziet uit naar de nieuwe plek, die deels werd gefinancierd vanuit schenkingen en fondsen. “Het gebouw is twee keer zo groot, waardoor we 130 bewoners kunnen huisvesten. We zijn
van alle gemakken voorzien. De tafels in de ateliers zijn bijvoorbeeld in hoogte verstelbaar voor mindervalide bewoners. En we hebben een professionele concertzaal met een lift in het podium.” “Daar, op de begane grond, is het nieuwe appartement van Jan en Caroline. Ze kijken uit op het bos,” wijst Annaert. “Via het overdekte gangpad of de binnentuin kunnen ze naar de gemeenschapsruimte lopen.” Je ziet ze al gaan, zij aan zij: hij met zijn contrabas op de rug, zij met de viool

Lees hier het hele artikel in het Parool

Artikel Nooit met pensioen in het Parool 8 nov 2019

Meer nieuws